Terwijl Gita in de rij bij de Primark staat om haar nieuwe kleren af te rekenen, ziet ze hoe Vincent zijn telefoon opneemt. Het is zijn moeder. “Ik hoorde op het journaal dat er een vliegtuig van Amsterdam naar Kuala Lumpur moet zijn neergestort.” Vincent kijkt alsof hij geen lucht meer kan krijgen en trekt wit weg. “Afrekenen, kom meteen afrekenen, we moeten weg, nu”, zegt hij wat paniekerig. Ze denkt: wat gebeurt er nou? Maar ze stelt geen vragen en rent naar de kassa. Buiten vertelt Vincent wat hij heeft gehoord. Dat Priscilla misschien is neergestort. “Shit, is dat echt zo?”, roept ze. “Laat het niet waar zijn.”
Gita en Vincent rennen naar de trein. Op het perron gaan ze op een bankje zitten. Ze barsten allebei in tranen uit. Met hun mobiel zoeken ze op internet naar meer informatie… 6 minuten eerder belde Vincent naar Gita’s vader Arjan en haar stiefmoeder Martine. Die wisten nog van niets. Ze zitten net aan tafel om te eten en hebben geen radio of tv aangehad. Vincent noemde het vluchtnummer van Priscilla . “Kijk alsjeblieft even naar het journaal.” Arjan en zijn vrouw schakelen net op tijd in en zien de onheilsboodschap. “Het is haar toestel.” En…. Geen overlevenden.
De hele familie maakt zich klaar om naar Schiphol af te reizen, waar een speciale bijeenkomst wordt belegd voor verontruste familieleden. Nu gaan ze niet naar de Starbucks, maar direct door naar vertrekhal 2, daar nemen ze de roltrap omhoog naar het Dakotarestaurant. Onderaan de roltrap staan 2 bewapende Marechaussees. Ze houden de massaal uitgerukte pers tegen en laten alleen nabestaanden van slachtoffers door. In het restaurant worden de familieleden opgevangen en krijgen ze informatie, voor zover die er is. Dat Gita 8 uur nadat ze daar haar moeder een handkus toewierp weer op de luchthaven is. Ze kan het niet bevatten.
En terwijl de vertrekhallen onder het restaurant nog steeds gevuld zijn met vakantiegangers, de rolkoffers nog steeds over de vloertegels ratelen en de Starbucks onder vertrekhal 3 nog steeds vol zit, denkt Gita aan het laatste sms’je dat haar moeder stuurde. “Tot over vier weken. Pas goed op jezelf schatje.” Het kwam helaas binnen op haar oude mobiele telefoon. Op dat toestel verdwijnen sms’jes als vanzelf. Ook deze.
Snikheet is het als Leonie net buiten in de zon zit te appen met wat oud-collega’s. Jeffrey, haar man, geeft binnen de tweeling te eten. “Nou”, appt een van de collega’s, “gaat lekker daar bij Malaysia Airlines. Alweer een vliegtuig uit de lucht, dit keer naar Kuala Lumpur, zo meteen extra journaal op Ned1.” “Mijn broer vliegt vandaag met Malaysia naar Kuala Lumpur”, appt Leonie nog met de tegenwoordigheid van geest terug, voordat ze helemaal in paniek de kamer binnenstormt. Ze weet het dan al. Ze voelt het.
“Mijn broer is… dood.” “What the fuck zeg je nou?”, vraagt Jeffrey geschrokken. “Zijn vliegtuig. Het is neergestort”, zegt Leonie terwijl ze shakend en happend naar adem de tv probeert aan te krijgen. De afstandsbediening valt meerdere keren uit haar hand. Ze weet niet eens hoe die tv ook alweer aangaat. Eindelijk floept het scherm aan. Het eerste wat ze op Nederland 1 ziet, is een enorme rookpluim. Met daaronder tekst: vlucht Malaysia uit Amsterdam naar Kuala Lumpur neergestort. Ze weet genoeg. “Dat is er maar 1…dat is er maar 1”, denkt ze.
Toch blijft ze nog een hele tijd in een ontkenningsfase. Het vluchtnummer, komt dat écht overeen? Ja, hoort ze even later, als ze bij haar ouderlijk huis arriveert, waar haar moeder, die alle vluchtgegevens had, ook totaal in shock van haar werk is teruggekomen. Terwijl haar ouders verdoofd en elkaar vasthoudend buiten zitten, loopt Leonie ‘hele kilometers’ door de huiskamer. IJsberend met de telefoon aan haar oor. Urenlang probeert ze meer informatie te krijgen. Hels is het, dat van het kastje naar de muur gestuurd worden. Pas om half 9 krijgt ze voor het eerst haar oudste broer Mertijn, op Lanzarote aan het genieten met zijn gezin, aan de lijn. Die heeft helemaal niets meegekregen van het nieuws. Hij vraagt zich af of het echt wel zeker is dat Erik op MH17 zat. “Tijn, geloof me, Erik is dood”, zegt ze.
Diep van binnen wist hij het op dat moment wel al, diep van binnen brak hij: Erik, zijn broertje, dood.
Don scheurt dan nog met hoge snelheid over de wegen tussen Grave en Bergen op Zoom. Toen zijn vriendin hem even voor half 6 een scherm onder zijn neus had gedrukt waarop een nieuwsbericht stond over een vliegtuig dat op weg naar Kuala Lumpur was neergestort, had hij heel nuchter gereageerd. “En, wat moet ik daarmee? Er zijn zoveel vliegtuigen die die kant op gaan”, had hij gezegd, om vervolgens netjes met een klant in zijn zaak af te rekenen.
Diep van binnen wist hij het op dat moment wel al, diep van binnen brak hij: Erik, zijn broertje, dood. Op de automatische piloot ruimt hij nog tafels af en stort hij zich nog even op de laatste voorbereidingen voor de doorkomst van de Vierdaagse-lopers morgen. Lang houdt hij die ‘survivor-modus’ niet vol. Hij moet nu naar huis. Hij moet naar Bergen op Zoom. Als hij de beelden op tv ziet, als hij definitief hoort dat Erik echt op vlucht MH17 zat, dringt pas echt door wat er is gebeurd. Don flipt. Dit kan niet waar zijn. Dit mag niet waar zijn.

10.000 kilometer verderop, op het vliegveld van Kuala Lumpur, is het verdriet groot als duidelijk wordt dat vlucht MH17 nooit haar bestemming zal bereiken. Malaysia Airlines twittert dat het contact met het vliegtuig is verbroken. Het personeel van de maatschappij is verbijsterd: na de verdwenen vlucht MH370, nu weer een toestel van ons? Weer een collegacrew die nooit meer thuiskomt?
Het is inmiddels nacht in Maleisië, maar de panoramahal van het vliegveld vult zich met families van passagiers en bemanning. Urenlang verkeren zij in onzekerheid. Er is geen opvangplek opengesteld zoals op Schiphol.
Als Diyana, de dochter van stewardess Dora, hoort dat haar moeder nooit meer op KLIA zal landen, staat haar wereld stil. Een nacht later heeft ze een nachtmerrie. Ze zit zelf in het vliegtuig. Dát vliegtuig. Ineens ontploft het. Dan wordt ze huilend wakker en roept om haar moeder. Zonder te beseffen dat die er niet meer is. De nachtmerrie zal nog wekenlang terugkomen.

Het is net na de crash als de ene rebellenleider via de telefoon aan de ander meldt ‘dat er een vogel naar hen is toe gevlogen’. Iets later laat ‘Major’ aan ‘Grek’ weten dat de vogel een burgertoestel was. “Er zaten heel veel mensen in. Verdomme. De wrakstukken kwamen in de tuinen terecht.” De paniek is groot, zo blijkt uit de gesprekken.
Later die avond rijdt er door de stad Loehansk, 88 kilometer ten noordoosten van Snizjne als je de H21 verder volgt, een witte dieplader met een Buk-raketsysteem erop. Het registratienummer lijkt een 3, een 2 en een vervaagd nummer in het midden te hebben. De lanceerarm is weer ingevouwen en ligt plat op het dak. In de houders rusten nu nog 3 raketten, een minder dan eerder die dag. Van Loehansk tot aan de Russische grens is het nog een uurtje rijden.

Om 17.13 uur krijgt Frans Timmermans een mailtje binnen op zijn Blackberry. Hij fietst op dat moment in de buurt van Breda. Er is een vliegtuig op weg van Amsterdam naar Kuala Lumpur neergestort boven de Oekraïne, staat in de mail. Timmermans belt Mark Rutte, op vakantie in Duitsland, en daarna zijn chauffeur. De vrouw van Timmermans neemt hun zoontje mee naar huis. De fietsvakantie is voorbij.
Even na vijven heeft Rutte al een verontrustend telefoontje van zijn VVD-partijgenoot, Europarlementariër Hans van Baalen, gekregen. Van Baalen, die nota bene 5 maanden eerder protesterende pro-Europese Oekraïners in Kiev een hart onder de riem had gestoken.
Die korte lijnen met Oekraïne bezorgen de Europarlementariër donderdagmiddag een telefoontje van de Oekraïense ambassadeur in Nederland. Of Van Baalen soms het telefoonnummer van Rutte voor hem heeft, want er is een vliegtuig gecrasht en de Oekraïense president wil de Nederlandse premier spreken. “Zelfs een president geef ik niet zomaar telefoonnummers, antwoordt Van Baalen.
Hij belt eerst zelf met Rutte. “Er is iets gebeurd met een vliegtuig, mag ik je nummer geven?” Geef maar door, antwoordt de premier.
Op dat zelfde moment heeft minister Ivo Opstelten in Den Haag al de eerste verontrustende berichten binnengekregen over een vanaf Schiphol vertrokken vliegtuig vol landgenoten dat zou zijn neergestort. Even na half 6 komt het telefoontje binnen dat het toestel in rebellengebied is neergekomen. Op het ministerie kijkt iedereen elkaar veelbetekenend aan: dit is niet ‘zomaar’ een vliegramp, dit is een heel groot probleem.
Als coördinerend minister bij crises (die rol ligt volgens het Handboek Crisisbesluitvorming bij de minister van Veiligheid en Justitie) en als vervanger van Rutte zijn alle ogen de eerste uren gericht op Opstelten.
Al snel wordt besloten dat Timmermans zo snel mogelijk naar Kiev zal gaan om hoogstpersoonlijk te zorgen voor actie.
Terwijl Rutte belt met buitenlandse regeringsleiders, spreekt Timmermans de ministers van Buitenlandse Zaken. Zijn territorium is meteen duidelijk: het diplomatieke circuit. Collega’s overtuigen, draagvlak creëren, de boel in beweging brengen. Want de slachtoffers moeten terug, luidt meteen de eis. Al snel wordt besloten dat Timmermans zo snel mogelijk naar Kiev zal gaan om hoogstpersoonlijk te zorgen voor actie. Op zijn Facebookpagina schrijft de minister dat er duidelijkheid moet komen over wat er is gebeurd.
Op de 7e verdieping van het ministerie van Veiligheid en Justitie aan de Turfmarkt in Den Haag wordt vliegensvlug het Nationaal Crisiscentrum opgetuigd. Het handjevol ambtenaren in de strengbeveiligde, permanente ‘situation room’ krijgt al snel bijstand: iets na zessen is het crisisteam compleet, met (top)ambtenaren van Veiligheid en Justitie, Buitenlandse Zaken en Defensie. Een kleine 30 man in totaal. Omdat communicatie van groot belang is de eerste uren komt het goed uit dat het zo’n beetje het complete korps persvoorlichters van Justitie in huis is. Zij hadden een afscheidsborrel van een vertrekkend collega.
Dick Schoof, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, coördineert het crisiscentrum. Ambtenaren rapporteren aan hem, Schoof praat vervolgens de ministers van het ministerieel crisisteam (Defensie, Buitenlandse Zaken, Algemene Zaken) bij. Voor ‘pottenkijkers’ is in het MH17 crisiscentrum geen plek.